Een moestuin op een volkstuinencomplex

Nadat de achtertuin te klein werd zijn Marian en Joanne een tijdje vrijwilligerswerk gaan doen op Tuinderij Eijckenstein om ervaring op te doen terwijl er gewacht moest worden op een eigen moestuin. Toentertijd waren de wachtlijsten nog niet zo lang, tegenwoordig zijn de wachtlijsten enorm. Vrijwilligerswerk doen op een tuinderij is een hele leuke manier om meer te leren, buiten te zijn en niet alle verantwoordelijkheden te hebben die een volkstuin met zich mee brengt. Een volkstuin is enorm leuk en heb je in verschillende maten. Dat is afhankelijk van de vereniging bij jou in de buurt. Voor ons was onze eerste moestuin op een volkstuinencomplex aardig groot. Voor beginners werd 100m2 aangeraden, maar gezien we met z’n tweeën 1 tuin gingen onderhouden en ook ervaring hadden opgedaan met ons vrijwilligerswerk, mochten we met een tuin van 250m2 starten. Deze tuin was enorm verlaten en was al 3 jaar niet in gebruik. Er stond geen huisje op het tuintje en alles was begroeid met onkruid van wel een meter hoog.

Foto eind 2012, 250m2 moestuin op een volkstuincomplex.

We waren enorm enthousiast en konden niet wachten om te beginnen. In de reglementen stond dat een tuin “zwart“ moest worden opgeleverd, dus op die manier konden wij vragen of ze de tuin, voor we onze entree maakten, wilden leegtrekken. Achteraf gezien hadden we dat misschien beter op een andere manier kunnen aanpakken dan alles laten omspitten door de vereniging zelf. Hierdoor ontstonden enorme kuilen en hobbels en…Kluiten! Mocht je je afvragen waar onze naam vandaan komt, hier is dit ontstaan. Daarbij waren we verre van het onkruid af. Het was juist in kleine stukken gehakt en verspreid door de hele tuin. Een les waar we veel over hebben gemopperd de jaren erna.

Dit komt namelijk doordat er veel kweek in de grond zat. Kweek is een grassoort die je met wortel en al moet verwijderen. Deze gaat niet makkelijk dood en zelfs het kleinste stukje afgebroken wortel kan verder groeien en je moestuin overwoekeren.

Het eerste jaar hebben we in de volle grond getuind. Dat ging redelijk, behalve dat we veel last hadden van onkruid dat van de kanten van de bedden de groentes langzaam overnamen.

Foto uit 2013, het eerste seizoen op de nieuwe moestuin.

Onkruid is niet erg, omdat de aarde bedekt wil zijn. Daarmee beschermt het zichzelf tegen erosie, uitdroging etc. Hierover volgt later nog een blog (deze zal gaan over mulchen en bodembedekkers). Als er teveel onkruid is, zullen de gewassen die je wil verbouwen de kans niet krijgen om te groeien. Dit kan komen doordat het de voedingstoffen in de grond moet delen, doordat de wortels verdrukt worden door de wortels van het onkruid of doordat het onkruid het zonlicht wegneemt. Allemaal redenen om onkruid niet in de tuin te willen.

We hadden om deze reden de paden tussen de bedden bedekt met houtsnippers, een vorm van mulchen die steeds vaker gebruikt wordt op de paden in moestuinen. Toen de houtsnippers op waren gebruikten we stro. Een mooie manier om de aarde te bedekken en te beschermen tegen (o.a.) direct zonlicht. Zonlicht zorgt o.a. ervoor dat (onkruid)zaden ontkiemen. Door de paden te bedekken met houtsnippers is het voor deze zaden lastiger om te ontkiemen.

2014, een eerste moestuinbak.

Daarnaast werd in de herfst duidelijk dat het waterpeil aardig hoog kwam te staan en toen wij onze aardappelen wilden oogsten bleken deze allemaal rot te zijn door het hoge water peil. Al snel wilden we voor het volgende seizoen met verhoogde bakken gaan werken. Maar de moestuin was een aardig eindje lopen en niet te bereiken met een auto. Dus dit ging bak voor bak. Het heeft ons meerdere jaren gekost voor we ze allemaal af hadden.

We hebben meerdere keren een aantal kuub (het gevoel in mijn rug zegt dat ‘aantal’ ook wat mild omschreven is, red.) grond laten bezorgen zodat we de bakken konden vullen, in ieder bed ging dan ook een aantal zakken compost en werd afgedekt met mulch. De verschillende soorten die wij geprobeerd hebben en die voor ons goed werkten op die plek waren hennep, houtsnippers en bladeren. Hennep was daar wel het makkelijkste, omdat dit het minste sjouwen (het minste? weet je dat zeker? red.) was voor het meeste resultaat qua oppervlakte dat ermee bedekt kon worden. Maar helaas zat daar een prijskaartje aan. Dit zijn keuzes die je moet maken en daarbij kijk je naar wat het beste voor jou werkt.

Aardappelen in een zak, een goede manier om aardappels te verbouwen als er weinig ruimte is.

Na het eerste jaar hebben we besloten geen aardappels meer in de bedden te doen. Dit nam teveel plek in en omdat wij gebruik maakten van wisselteelt was het te krap om de grond 7 jaar rust te geven. We hebben nog met een paar manieren geëxperimenteerd en uiteindelijk hebben we ervoor gekozen om de aardappelen in zakken te verbouwen. Hierover kunnen we later nog eens uitweiden en laten zien hoe je aardappelen kan verbouwen als je niet heel veel ruimte hebt.

Na een jaar of vier waren we onze tuin wel ontgroeid en kwam toevallig de tuin naast ons vrij. Een tuin van 250m2 is groot en veel werk, maar we hadden de tuin zo ingericht dat we er zoveel mogelijk konden verbouwen. Daardoor waren we ruimte vergeten in te bouwen waar we ook lekker konden zitten na het harde werken.

De tweede tuin, die aan onze eerste tuin grensde, hadden we zo ingericht dat we de helft met gras konden inzaaien, met her en der een fruitboom. Er stonden al een paar prachtige oude fruitbomen die al jaren niet goed meer onderhouden waren. Die hebben we gesnoeid en voeding gegeven. Het eerste jaar droegen ze weer vrucht. Met het verstrijken van de jaren kwam er meer fruit aan te hangen. De andere helft van de tweede tuin werd ingezaaid met zowel groentes als bloemen. Op deze manier konden we meer experimenten doen, uitbreiden in fruit en groentes en ook genieten in de schaduw als we hard gewerkt hadden.

De tweede moestuin, met bongerd, bloemenveld en fruitstruiken. En het eerste moestuintje van mijn dochter.

Ons doel was meer ruimte zodat we iets meer experimenten konden doen, plek hadden om te ontspannen. en iets meer groentes konden verbouwen. Maar we wilde wel dat het behapbaar bleef. We zijn toen goed gaan kijken naar hoe we dat konden waarmaken. Door hennep te gebruiken als mulch hadden we minder onkruid en waren we dus minder tijd kwijt om te wieden. Tegelijkertijd beschermde de hennep de bodem waardoor we ook minder water hoefden te geven. We kozen voor de tweede tuin voor meerjarige planten zoals fruitstruiken die maar 1 keer in het jaar gesnoeid hoeven te worden, maar verder weinig onderhoud nodig hebben. Ook hadden we artisjokken geplant bijvoorbeeld. Mooi om naar te kijken, maar ook heerlijk om te eten. Op het gras maakten we gebruik van de ruimte voor ons ontspan doel, maar door er fruitbomen te planten creëerden we meer schaduw en ook nog een fruitoogst.

Een moestuin op een moestuincomplex is een mooie oplossing als je meer ruimte nodig hebt, maar die zelf niet tot je beschikking hebt in de achtertuin. Je bent onderdeel van de vereniging, waar informatie en medetuinders makkelijk te vinden zijn, je hebt meer ruimte tegen een relatief laag bedrag en hebt toch je eigen plekje. Is een hele moestuin te groot? Kijk dan of je iemand kan vinden met wie je het samen kan doen. Je kan dan alles samen doen of de tuin opdelen zodat je ieder je eigen stukje hebt. Of je kunt kijken naar hoe je de tuin het beste kan inrichten zodat het onderhoudsarm is, maar je er wel de vruchten van kunt plukken.

Mocht je hier vragen over hebben, stel ze dan gerust. Bij het ontwerpen van een moestuinplan kunnen we met je meedenken over hoe dat zou kunnen.

In de volgende post vertelt Joanne over haar achtertuin moestuin: een project dat dit jaar tegelijk met jullie start van de cursus gaat worden opgepakt.

Vorige
Vorige

Een moestuin in de achtertuin

Volgende
Volgende

Een eerste moestuinplan